De staat van het voetbal: wereldkampioen zitvoetbal!
Guido Budziak
Nederlandse kinderen zitten steeds langer gedurende de dag (zie column KNVB-directeur Jan Dirk van der Zee) terwijl het loopvermogen een steeds belangrijkere rol speelt in het voetbal. Dat lijkt me problematisch, tenzij je wereldkampioen zitvoetbal wilt worden. Verkleint de toenemende bewegingsarmoede bij de jeugd de kansen van Nederland om terug te keren aan de internationale voetbaltop?
Analyses, analyses, analyses, …
Je struikelt tegenwoordig over de analyses die worden gemaakt om te verklaren waarom het Nederlandse voetbal in het slop zit. Het succes van de Oranjeleeuwinnen weegt klaarblijkelijk onvoldoende zwaar voor een positiever sentiment. Iedere voetbaldeskundige doet haar of zijn duit wel in het zakje. De vierdelige NOS-reeks “De staat van Oranje” past uitstekend in dat beeld. De voorgestelde vernieuwingen zijn net zo talrijk. Van eensgezindheid onder de experts is in ieder geval (nog) geen sprake. De één vindt dit en de ander vindt juist het tegenovergestelde. Een korte opsomming van de oplossingen en de tegenstellingen:
- Meer trainen, minder trainen;
- Data analyse versus voetbalintuïtie;
- Spelregelvernieuwingen versus laten zoals het is;
- Praktijktrainers versus laptoptrainers;
- Selectieteams wel/niet;
- Meer dribbelen versus meer passen en trappen;
- Kleinere profcompetitie versus laten zoals het nu is;
- Geen score en ranglijst bijhouden versus winnaarsmentaliteit kweken;
- Fysieker trainen versus minder fysiek trainen;
- Langer trainen versus korter trainen;
- Mental coaching: must versus onzin;
- …
Ga zomaar door. Het is maar goed dat al deze experts niet met elkaar in hetzelfde team spelen want dan wordt het een grote bende.
De wielen van een Tesla zijn ook rond
De bal is rond. Net zoals de wielen van een Tesla ook rond zijn. Gelukkig maar. Geweldige innovaties die tot verbeteringen leiden zijn altijd welkom. De een gelooft in volledig elektrisch rijden, de ander in waterstof. Feit is dat we af willen van fossiele brandstoffen. Dat kunnen beide oplossingen bieden en dan kun je een keuze maken. Maar de basisprincipes van het autorijden zijn niet veranderd.
Zo is het ook met het voetbal. Je probeert nieuwe dingen uit en je kijkt wat werkt. Er zijn aantoonbare veranderingen (tactiek, snelheid) in de manier waarop het spel aan de internationale top wordt gespeeld en die komen de amusementswaarde ten goede. Tegelijkertijd blijft heel veel hetzelfde. Op het profniveau dokteren de trainers wel uit hoe ze hun teams beter kunnen laten voetballen. Dat ze hierbij steeds meer gebruik maken uit de lessen van het internationale voetbal is al aan de gang.
Hoe krijg je kinderen uit eigen beweging vaker aan het voetballen?
Daarom verdient het aan de bal krijgen van zoveel mogelijk jeugd de meeste aandacht volgens mij. Want de huidige voetbaljeugd bepaalt de toekomstige mogelijkheden in het profvoetbal. Wat hebben zij nodig om vaker te gaan voetballen? Ik vind het opvallend dat die vraag niet vaker centraal staat.
Pijnlijke panna’s
Nu hoeft een smalle basis in het jeugdvoetbal overigens niet te betekenen dat je niet tot prestaties kunt komen – denk aan een land als IJsland. Wanneer er minder Nederlandse kinderen zijn die voetballen, dan kun je nog altijd hoge ogen gooien met de meest talentvolle spelers. Maar als de rest van de jeugd niet gaat voetballen (meer algemeen: sporten) gaan ze waarschijnlijk nog meer zitten. Dat willen we niet.
Zitvoetbal dan? Nee toch? Denk alleen al aan de pijnlijke gevolgen van panna’s … Dus laten we er vooral voor zorgen dat we ze vaker uit eigen beweging aan het voetballen krijgen! Wat ik denk dat ervoor nodig is om dat voor elkaar te krijgen lees je in mijn volgende blog.